De mening van de VVD Ridderkerk met betrekking tot verzoeken voor ontheffing voor het vereiste ingezetenschap van een wethouder is dezelfde als eerder dit jaar, vorig jaar en vele jaren eerder. De VVD Ridderkerk vindt het nog steeds een belangrijk uitgangspunt, dat een wethouder in de gemeente moet wonen, waar hij of zij werkzaam is. Dit is ook als vereiste gesteld in de gemeentewet, verwoord in artikel 36a.
Wethouder Franzen heeft de raad gevraagd om hem ontheffing van dit vereiste te verlenen. Een verzoek waarin het ontheffingsartikel niet lijkt te voorzien, omdat het volgens de toelichting op dit artikel bedoeld is voor wethouders die buiten de gemeente wonen wanneer zei worden benoemd. De wet sluit echter ook niet uit dat ontheffing verleend kan worden wanneer een wethouder uit de gemeente vertrekt waar hij of zij werkzaam is.
Wij hebben verschillende juristen geraadpleegd en er is geen eenduidig antwoord of er op basis van dit wetsartikel wel of niet ontheffing verleend kan worden. Ja, er zijn voorbeelden van andere gemeenteraden die in vergelijkbare gevallen ontheffing hebben verleend, maar dat wil nog niet zeggen dat daarmee een rechtsgeldig besluit is genomen. Jurisprudentie hierover hebben wij namelijk niet kunnen vinden.
Ondanks dat wij geen juridische zekerheid hebben dat ontheffing op basis van de wet wel of niet verleend mag worden, is de VVD fractie dit keer voornemens voor de ontheffing te stemmen. Er rest tenslotte nog maar een periode van een paar maanden totdat er een nieuw college is, de wethouder woont al vele jaren in Ridderkerk en voor de continuïteit van het dagelijks bestuur is het niet goed om voor zo’n korte periode een vervanger voor zijn portefeuille te zoeken.
Tot slot voorzitter verzoekt de VVD Ridderkerk het college om juridisch uit te zoeken of artikel 36a van de Gemeentewet ook voor dit soort gevallen gebruikt kan worden, zodat er voor een eventueel toekomstige vergelijkbare situatie geen onduidelijkheid bestaat.