Jaarrekening 2016

 vorig jaar zei de VVD bij de vaststelling van de rekening het volgende: De controle of uitgaven rechtmatig zijn geweest, blijven binnen de marges door de raad gegeven Dat is toe te juichen

Maar deze passage werd direct gevolgd door:

Helaas is op meerdere vragen door de VVD gesteld,  geantwoord dat nogmaals bij de budgethouders onder de aandacht gebracht zal worden dat mogelijke afwijkingen tijdig gemeld moeten worden en dat is een vreemde opmerking: loopt het college weg voor haar verantwoordelijkheid door zich ineens achter ambtenaren te verschuilen? Waarom wordt geen antwoord gegeven op de vraag hoe het college gaat borgen dat sommige afwijkingen in het vervolg niet weer erg (rijkelijk) laat aan de raad gemeld worden? (bv brandweerkazerne 140.000)

Voorzitter, helaas moeten we constateren dat op dit punt het college en m.n. de wethouder financiën steken heeft laten vallen. En er nu het unicum is – in negatieve zin- dat de accountant geen goedkeurende verklaring geeft met betrekking tot de rechtmatigheid. Dit is des te wranger, omdat de wethouder financiën niet geschroomd heeft om in een interview met Het Zuiden te laten optekenen dat qua financiën zij alles in prima staat achterlaat voor haar opvolger. Je zou haast denken “ hoogmoed komt voor den val” …….

En met de zaken met betrekking tot de onrechtmatigheden qua aanbestedingen van sport en welzijn straalt dit helaas negatief af op het gehele gemeentebestuur. Deelt het college deze mening? Durft het college verantwoordelijkheid te nemen voor deze uitglijder? Of praat men recht wat krom is?

S&W heeft aangegeven dat m.b.t bepaalde overeenkomsten tussen haar en de gemeente er sprake was van het risico van onrechtmatigheid. Daarom onze vragen waarop we een eenduidig ja of nee willen horen: was de wethouder voor de commissievergadering van donderdag 15 juni op de hoogte dat er wellicht onrechtmatig overeenkomsten met S&W zijn aangegaan? Zo ja, was dat al in 2016? Meer specifiek op welke datum van welk jaar? Te meer omdat S&W aangeeft in de brief van afgelopen maandag dat er wel degelijk door hen op het risico van onrechtmatigheid zou zijn gewezen.

Voorzitter tot ergernis van de VVD heeft de wethouder Financiën dat als de raad het met haar niet eens is of dicht bij de waarheid komt diverse malen aangegeven heeft “ geeft u mij nu maar het vertrouwen “. Vandaag stellen we gezamenlijk vast dat de raad terecht vragen moet stellen mede in het kader van haar controlerende taak, omdat zaken anders blijkbaar verkeerd gaan. Dus de les voor de gehele raad moet zijn: we moeten het college scherper bevragen om te achterhalen hoe zaken echt in elkaar steken, juist omdat wij verantwoording af dienen te leggen aan onze kiezers.

Dat geldt voor de gehele raad en zou dus ook de coalitiepartijen moeten gelden. Gaan die door de lessen die we nu kunnen trekken zich ook echt duaal opstellen? Of worden zaken wederom met de mantel der liefde bedekt?

Het kan ook niet zo zijn dat, omdat de wet veranderd is het college nu uitmaakt wat de nieuwe kaders worden op het gebied van sport en welzijn. Dat is voorbehouden aan de raad. De raad heeft als kader uitgesproken een inkooprelatie met S&W. Nu het raadsbesluit niet uitgevoerd lijkt te kunnen gaan worden, wil de VVD de keiharde toezegging van het college dat de raad eerst een voorstel wordt voorgelegd binnen welke kaders alsnog uitvoering kan worden gegeven aan het voorstel, voordat het college de onderhandelingen met S&W verder ingaat. Graag een keiharde toezegging op dit punt! Opmerkingen als “ geeft u ons het vertrouwen” pikken wij niet meer.

De VVD stemt wederom niet in met een toevoeging van ruim twee ton aan Reserve sociaal domein. Zij heeft zich nadrukkelijk uitgesproken tegen allerlei “ potjes”, maar als het gaat de coalitie te bedienen gelden blijkbaar andere criteria. Jammer dat de wethouder ook deze consequente lijn niet volgt.

Dus ook de reserve frictiekosten peuterspeelzaalwerk en de instandhouding reserve beeldende kunst kunnen niet op instemming van de VVD rekenen.

Voorzitter: een al dan niet glasheldere beantwoording van onze vragen en een eenduidig antwoord op de gevraagde toezeggingen zullen bepalend voor onze tweede termijn zijn.