Jaarstukken 2015 Ridderkerk

Het is goed om te vernemen dat de budgetafwijkingen de toets op de rechtmatigheid hebben doorstaan en dat de voor de fouten vastgestelde tolerantiegrens niet is overschreden. De VVD heeft echter wel geconstateerd, dat grote afwijkingen ten opzichte van het budget niet altijd tijdig aan de raad gemeld worden. Het college heeft aangegeven dat nogmaals bij de budgethouders onder de aandacht gebracht zal worden, dat mogelijke afwijkingen tijdig gemeld moeten worden. De VVD is van mening dat het college hiermee haar verantwoordelijkheid min of meer afschuift op de ambtenaren. Waarom wordt niet gewoon een antwoord geven op de vraag hoe het college gaat borgen dat sommige afwijkingen niet weer rijkelijk laat aan de raad worden gemeld? Daarbij komt dat de raad voor veel onderwerpen tussentijds middels een RIB geïnformeerd wordt. Waarom doet men dit niet bij te laat geconstateerde afwijkingen? Waarom wordt dan gewacht tot de volgende Turap? Wat de VVD betreft worden wij ook in deze gevallen middels een RIB geïnformeerd.  

De VVD wilde niet instemmen met punt 7 van het oorspronkelijke raadsvoorstel om de onderuitputting op kapitaalslasten van bijna 150.000 euro beschikbaar te houden voor projecten stimulering van duurzame energievoorziening. De VVD heeft eerder aangegeven dat dit college bij duurzaamheid vervalt in de oude rol van de overheid, nl. dat het initiatief hier bij de overheid ligt, terwijl op alle andere terreinen hard geroepen wordt dat we de kracht van de inwoners zelf benutten moeten. Voor duurzaamheid wordt, of kunnen we zeggen werd, hier nadrukkelijk van afgeweken. In de 1e Tussenrapportage 2016 wordt het bedrag nog wel vermeld, maar gelukkig is in het laatste voorliggende raadsvoorstel dit punt niet meer opgenomen. Hoewel een motivering voor het intrekken van dit punt bij ons niet bekend is, zijn wij verheugd dat men de lijn van de VVD volgt.

Tot slot willen wij de ambtenaren bedanken voor hun inzet met betrekking tot de jaarrekening2015 en hen sterkte wensen om alle actuele ontwikkelingen in het financiële gemeentelijke landschap op de juiste wijze te kunnen verwerken.